Het diplomatieke handelen van de Nederlandse machthebbers tijdens de Eerste Wereldoorlog heeft altijd veel aandacht gekregen, in tegenstelling tot de invloed van de oorlog op het bestaan van de gemiddelde Nederlandse burger. Terwijl de eigen bevolking honger leed, ging de Nederlandse overheid gewoon door met het exporteren van aardappels.
De vrouwen van het Aardappeloproer kwamen op voor zichzelf, hun gezin en hun gemeenschap. Zij streden voor heel concrete zaken, van onderaf. Omdat er van veel acties van de vrouwen geen primaire bronnen zijn, ontbreekt een groot deel van hun verhaal. In archieven zijn alleen verslagen van de burgemeester en de politie te vinden. Af en toe komt er in krantenartikelen een vrouw anoniem aan het woord.
Installatie
De boezelaar, een lang wit schort dat vrouwen in die tijd droegen om hun kleding te beschermen, had een centrale rol bij de oorsprong van het oproer. De vrouwen stopten de aardappels die ze vonden op het schip in de Prinsengracht in hun boezelaar. De term boezelaar komt van het woord boezelen, dat ‘redderen’ betekent.
Ik maak samen met textielkunstenares Iva Jankovich een installatie waarin een nieuwe versie van de boezelaar de heldenstatus van de vrouwen benadrukt.
We hebben een ontwerp gemaakt, een vorm die enerzijds refereert aan de klassieke boezelaar en anderzijds aan een superheldenpak. Daarnaast hebben we gekeken naar mogelijkheden om de stof te bedrukken of te borduren met passende ontwerpen. Een mogelijkheid is bijvoorbeeld om de route te borduren die de vrouwen liepen vanaf de Jordaan naar de pakhuizen op de Rietlanden, waar de aardappels lagen opgeslagen voor export. Een andere optie is om portretten van de vrouwen te zeefdrukken, of iets te doen met teksten van protestliederen.