Het verhaal over de ark van Noach wordt (en is) op uiteenlopende manieren geïnterpreteerd. Vaak wordt het verhaal gezien als een waarschuwing, die de vergelding laat zien waar zowel gelovigen als zondaars mee te maken krijgen als ze zich niet houden aan de wetten van God. Daarnaast wordt het symboolrijke verhaal ook talloze andere betekenissen toegedicht, die kunstenaars al eeuwenlang inspireren om hun eigen visie op de vertelling weer te geven.
Redding
De drijfveer om het verhaal van de ark uit te beelden kan ook positiever zijn dan enkel om er gelovigen angst mee in te boezemen; namelijk om de positieve aspecten van het Bijbelse verhaal te vieren. Een voorbeeld van deze positieve benadering is te vinden in Jan Brueghels levendige schilderijen van natuurschoon, waarin hij de kijker uitnodigt om te genieten van de pracht van Gods creatie. Het binnengaan van de ark door de dieren wordt op schilderijen vaak afgebeeld met een uitbundige hoeveelheid dieren, zoals bij Edward Hicks, Francesco Bassano en Giovanni Benedetto Castiglione.
In sommige gevallen (zoals bij Brueghel) maken deze schilderijen onderdeel uit van de positieve viering die kenmerkend is voor de katholieke contrareformatie. Gedurende deze periode werd de Kerk gezien als de enige redding, wat de ark een ongelooflijk relevante metafoor voor de kerk maakte. De mensen in de kerk werden gered, net als de dieren en mensen op de ark van Noach. De ark was een populair symbool voor de Kerk op schilderijen, met Noach als prefiguratie van Christus.
Vergelding
Verwoven met het motief om angst aan te jagen, is het thema vergelding. Aan de basis van elke religieuze tekst over een overstroming ligt de verderfelijkheid van de mens, die de toorn van een opperwezen ontketent. De zondvloed dient als goddelijke straf en staat symbool voor het reinigen van zonden. Op veel schilderijen staat de ark afgebeeld op de achtergrond, zodat de aandacht uitgaat naar de zondaars op de voorgrond, die moeten sterven.
Wedergeboorte, vernieuwing en schepping
De vergelding wordt gevolgd door de mogelijkheid om opnieuw te beginnen. Het verhaal van de ark van Noach symboliseert daarom een wedergeboorte of vernieuwing. De notie van vergelding en vernieuwing vormde het uitgangspunt voor een grimmigere kijk op de vertelling. Deze serieuze of zelfs wrede verbeelding van de zondvloed is te zien op schilderijen van uiteenlopende kunstenaars, zoals Michelangelo, Hieronymus Bosch, Jan Nagel, Poussin en Gustave Doré.
Opnieuw beginnen doet ons denken aan het oorspronkelijke begin: Gods schepping van de wereld. De vertelling over de ark van Noach verbeeldt het overdoen van de schepping, een tweede start. Dit wordt geïllustreerd in de Bijbelse tekst. Als het water begint te zakken, wordt de nadruk gelegd op de droge aarde: “In het zeshonderdeerste jaar van Noachs leven, op de eerste dag van de eerste maand, was het water van de aarde verdwenen. Noach maakte het dak van de ark open en keek rond – de aarde was drooggevallen. Op de zevenentwintigste dag van de tweede maand was de aarde droog.” (Genesis VIII: 13-14)
Datzelfde ritueel wordt ook benadrukt in de tekst over de oorspronkelijke schepping: “En God zei: ‘Het water onder de hemel moet naar één plaats samenvloeien, zodat het droge zichtbaar wordt.’ Zo gebeurde het. Het droge noemde God land, en het samengevloeide water noemde Hij zee. En God zag dat het goed was.” (Genesis I: 9-10)
Doop
Het water dat de aarde overspoelt, wordt gezien als een reiniging of doop, waarbij de ark de kerk symboliseert, en het verhaal van de zondvloed staat voor een wedergeboorte. Het doopsel wordt beschouwd als de redding van christenen, net zoals de ark de redding van (christelijke) mensen was.
Het einde van de wereld
Het apocalyptische zeebeeld (de daadwerkelijke overstroming) wordt enerzijds vaak afgebeeld als een hopeloos landschap vol verdrinkende dieren en mensen (Jan Nagel en Francis Danby), anderzijds als een dreigend zeegezicht met woeste wateren (John Martin).
De verdrinkende mensen hebben uiteraard een enorm dramatisch effect, en benadrukken wederom de vergelding. Tegelijkertijd accentueren ze de totale verwoesting van dit genadeloze einde van het grootste deel van de mensheid. Beide soorten schilderijen laten zien dat de zondvloed onomkeerbaar en absoluut was. Ze refereren ook aan de relatie tussen mens en water, die sinds het begin der tijden ambigu is: water is voor ons zowel een gevaar als een zegen.
Vrede
De duif die terugkeert naar de ark met een olijftak in zijn snavel als bewijs dat de aarde begint op te drogen, was een teken dat God de mensheid niet in de steek had gelaten. Het beeld van de duif met het takje is een op zichzelf staand motief geworden. Vanaf het vroege Christendom tot de moderne tijd is het een populair symbool voor vrede gebleven, dat het einde van de verwoesting aanduidde.
Veiligheid
Overal op de wereld is het woord ‘ark’ een synoniem geworden voor een veilige haven. De context van verlossing en de kerk is los gelaten, en de ark is getransformeerd tot een algemener concept van veilige plaats.
In 1950 liet president Tito, de communistische leider van toenmalig Joegoslavië, een bunker bouwen om de heersende klasse veilig te houden bij nucleaire aanvallen. Hij gaf de bunker de naam ‘ARK’. Het project duurde 26 jaar om te bouwen, kostte bijna drie miljard Euro en werd pas een jaar voor Tito’s dood voltooid. De bunker had voldoende plaats voor 350 mensen om te wonen en werken gedurende zes maanden. Het bouwwerk doet tegenwoordig dienst als galerie voor moderne kunst.
Een ander soort bunker, een kluis waarin all zaadsoorten van de wereld worden bewaard, heeft de bijnamen ‘Voedsel Ark’ en ‘Ark van Noach’ gekregen. De zaadkluis bevindt zich op Spitsbergenm in een oude kolenmijn.
Referenties