Podosiri zijn de bessen van de pina- of palissadepalm (die in de 19e eeuw de wetenschappelijke naam Euterpe oleracea kreeg van Carl Friedrich Philipp von Martius (1794–1868), een Duitse natuuronderzoeker).
De bessen van de pinapalm worden in vrijwel de hele wereld açaí genoemd, maar in Suriname heten ze podosiri. ‘Siri’ betekent ‘pit’ in het Sranan Tongo. Tegelijk met het behoud van de oorspronkelijke naam van de vrucht is onder de Surinaamse bevolking ook een schat aan kennis over de bessen bewaard gebleven, bijvoorbeeld over hun geneeskrachtige werking en toepassingen. Dit in tegenstelling tot wanneer koloniale culturen nieuwe namen geven aan inheemse flora en fauna en deze vervolgens via onderwijs en wetenschap opleggen aan de lokale bevolking, en de oorspronkelijke naam vaak samen met traditionele kennis verloren gaat.
In Suriname is de pinapalm waar de podosiri aan groeit alleen te vinden in een bosrijke, moerasachtige omgeving. De açaíbessen die je tegenwoordig in Nederland kunt vinden (in bijvoorbeeld sap of een açaí bowl) komen over het algemeen niet uit Suriname, maar uit Brazilië, waar hele plantages met pinapalmen zijn.