Bending Benchmarks is een fotoserie die gemaakt is in Moengo, een stadje in het district Marowijne in noordoostelijk Suriname, niet ver van de grens met Frans-Guyana. De eerste keer dat ik een project deed in Moengo was in 2017, toen is het werk over de golfbaan (onderdeel van Bending Benchmarks) ontstaan. Inmiddels was ik gefascineerd geraakt door Moengo, zijn bewoners en zijn wonderlijke geschiedenis. In 2019 deed de kans zich voor om opnieuw naar Suriname af te reizen. Ik ging terug naar Moengo voor een residency van drie maanden via het Mondriaanfonds, wat mij de gelegenheid gaf om Bending Benchmarks te voltooien.
Moengo, Alcoa en Suralco
Niets in Moengo is wat het op eerste gezicht lijkt. Moengo is gesticht in 1916, toen het Amerikaanse bedrijf Alcoa (Aluminium Company of America) bauxiet in de omgeving ontdekte. Het bedrijf pakte de zaken vanaf het begin grondig aan en bouwde ten behoeve van de bauxietwinning een compleet stadje. Voor de activiteiten in Suriname richtte Alcoa een dochterbedrijf op, de Surinaamse Bauxiet Maatschappij.
In 1957 werd de Surinaamse Bauxiet Maatschappij omgedoopt tot Suriname Aluminium Company, oftewel Suralco. Suralco nam de segregatie over die door de Nederlanders op de plantages was gecreëerd. De bauxietmaatschappij richtte Moengo gesegregeerd in: een plek voor de witte staf, en aparte wijken voor de Javaanse en Creoolse arbeiders.De verschillende wijken waren niet door hekken van elkaar gescheiden, maar door onzichtbare grenzen waar iedereen zich als vanzelf aan hield.
Bending Benchmarks
De foto’s in de Bending Benchmarks-serie zijn genomen op verschillende verlaten plekken in Moengo: een motel, een tennisbaan, een zwembad, Casa Blanca en het Beatrixtheater. Suralco liet al deze faciliteiten bouwen voor de vrijetijdsbesteding van het personeel, maar niet alle werknemers waren er welkom: enkel de bedrijfstop kreeg toegang.
De overblijfselen van Suralco’s recreatievoorzieningen drukken een stempel op de publieke ruimte in Moengo. Ze laten het welvarende verleden zien, maar het verval is ook tekenend voor het vertrek van Suralco uit Moengo. Toen het mijnbedrijf vertrok, verdween ook een groot deel van de werkgelegenheid en welvaart uit het dorp. Tegelijkertijd maakte het ook een einde aan het gesegregeerde leven in Moengo.
In Bending Benchmarks komen de plekken tijdelijk weer tot leven.
In Motel 1234 hebben drie jongens een kussengevecht. Ze beelden de strijd uit om een inkomen te kunnen verdienen in een post-industriële stad. De vallende tennisballen op de tennisbaan symboliseren de transitie waar Moengo nu middenin zit. De man die vist in Casa Blanca laat ons een van de mooie dingen zien die Suralco achterliet, overbodig geworden en compleet ontdaan van betekenis. En in het theater laten de drie lol makende jongens ons zien dat het leven doorgaat, en dat we niet altijd door onze omgeving worden gedefinieerd.